Hulp regelen via de Wmo

In Veenendaal gunnen we het iedereen om zo lang mogelijk voor zichzelf te kunnen zorgen. Wanneer dit (tijdelijk) niet lukt, dan kun je hulp vragen. Aan iemand in je omgeving of via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Hieronder een paar voorbeelden van hulp en ondersteuning die je via de Wmo kunt aanvragen:

  • Rolstoel
  • Scootmobiel
  • Aangepaste fiets
  • Traplift
  • Sta-op-hulp
  • Tillift
  • Aanpassing aan je woning
  • Schoonmaakondersteuning

Schoonmaakondersteuning

Wanneer je zelf je huishouden niet meer kunt doen, kun je hulp vragen aan familie, vrienden of buren. Of je regelt huishoudelijke hulp via een organisatie. Het kan gebeuren dat niemand uit je omgeving je kan helpen. En dat het ook niet lukt om zelf huishoudelijke hulp in te huren. Dan kun je hulp aan de gemeente vragen.

Vul eerst de vraagwijzer in. Met de antwoorden weet je gelijk welke hulp het beste bij jouw situatie past.

Invullen vraagwijzer

Een Wmo-melding doen

Als het niet lukt om zelf huishoudelijke hulp of een hulpmiddel te regelen, doe dan een Wmo-melding.

Doe een Wmo-melding

Heb je zelf al ideeën over een oplossing? Schrijf die dan op in een persoonlijk plan. Voeg het plan toe aan de melding of stuur hem binnen 7 dagen na je melding per post naar de gemeente.

Je mag een persoonlijk plan maken als je een Wmo-melding doet. Het is niet verplicht.

Het plan stuur je mee met de Wmo-melding of je stuurt hem binnen 7 dagen nadat je de melding hebt gedaan naar de gemeente. De Wmo-consulent bespreekt het plan met jou tijdens het keukentafelgesprek.

Persoonlijk plan maken

Een persoonlijk plan maak je zelf. Lukt dit niet, vraag dan hulp aan iemand in je omgeving. Of bel met het Wmo-loket. Zij hebben voorbeelden. Een onafhankelijke cliëntondersteuner kan je ook helpen. Voor deze hulp betaal je niets en die persoon heeft geen relatie met de gemeente.

1. Afspraak maken

Een medewerker van het Wmo-loket belt je en bespreekt jouw hulpvraag. Daarna plannen we een gesprek met een Wmo-consulent. Dit heet een keukentafelgesprek. Het gesprek is meestal bij jou thuis. Maar kan ook via de telefoon of in het gemeentehuis. Dat hangt af van jouw situatie.

2. Het gesprek

Tijdens het gesprek kijken we eerst of je het probleem zelf kunt oplossen. Wat heb je zelf geprobeerd en hoe ging dat? We kijken ook naar de volgende mogelijkheden:

  • hulp van mensen om je heen
  • hulp van bijvoorbeeld (sport)verenigingen, kerken of vrijetijdsclubs

Pas als je het niet zelf kunt oplossen, kijken we welke hulp via de Wmo nodig is.

Als je het fijn vindt, vraag dan iemand om bij het gesprek te zijn. Dit kan een familielid, een vriendin, of een van de buren zijn. Als er geen bekende is, kan een onafhankelijk cliëntondersteuner je misschien helpen. Voor deze hulp betaal je niets en die persoon heeft geen relatie met de gemeente.

3. Afhandeling na het gesprek

  • Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Die krijg je opgestuurd
  • Bij het verslag zit een aanvraagformulier. Stuur het ingevulde formulier terug naar de gemeente
  • Binnen 2 weken ontvang je een brief waarin staat welke hulp je krijgt

4. De gemeente regelt hulp

Wij regelen de hulp bij de zorgaanbieder of hulpmiddelenleverancier. Kun of wil je geen gebruik maken van deze hulp en wil je het zelf regelen? Bespreek dan de mogelijkheden voor een persoonsgebonden budget (pgb) met de Wmo-consulent.