Toegankelijk ondernemen

Meer dan 2 miljoen Nederlanders hebben een beperking. Ze zijn slechtziend, blind of doof, hebben een lichamelijk of verstandelijke beperking of een psychische of psychiatrische aandoening. Hieronder vindt u praktische tips om toegankelijk te ondernemen en daarmee uw klantenkring te vergroten. Samen zorgen we ervoor dat iedereen zelfstandig kan meedoen!

Het bezoek aan uw winkel of bedrijf begint namelijk op uw website. Wie gebruikmaakt van rolstoel of scootmobiel, kijkt vaak thuis in hoeverre een locatie toegankelijk is. Communiceer daarom op uw website en social media wat u heeft gedaan om uw winkel of bedrijf rolstoeltoegankelijk te maken. Zo weten uw klanten wat ze kunnen verwachten. Ook neemt u hiermee zorgen weg en voorkomt u teleurstellingen ter plaatse. Bovendien hoeven klanten hier dan ook niet speciaal over te bellen.

1. Ingang en deuren

Zorg ervoor dat de ingang goed te bereiken is.
De route moet minimaal 100 centimeter breed zijn. Verwijder fietsen, reclameborden of andere objecten bij de ingang.

Plaats deurknoppen op de juiste hoogte.
Een deurknop die geplaatst is tussen 90 en 120 centimeter is voor de meeste mensen goed te bedienen.

Zorg dat deuren makkelijk opengaan.
Zware deuren kunnen een belemmering vormen om zelfstandig naar binnen te kunnen gaan. Een automatische deuropener kan een oplossing zijn.

Voorkom grote hoogteverschillen.
Maak drempels niet hoger dan 2 centimeter of zorg voor een drempelhulp. Een drempelhulp is een hulpmiddel om de afstand tussen de grond en de drempel te overbruggen. Hierdoor wordt het hoogteverschil opgeheven.

2. Inrichting en meubilair

Houd doorgangen en nooduitgangen vrij.
Daarmee kunnen bezoekers met een beperking zich zelfstandig verplaatsen.

Markeer belangrijke routes
Denk aan route naar kassa, toiletruimte of nooduitgang.

Zorg voor (een aantal) geschikte tafels
Denk hierbij aan mensen in rolstoel of scootmobiel. De juiste hoogte en geen hinder ondervinden van tafelpoten en juiste verlichting.

Houd uw winkel of bedrijf overzichtelijk
Iemand in een rolstoel of met rollator moet van buiten al kunnen zien of er binnen ruimte voor hem of haar is. Dat geeft meteen een welkom gevoel.

Houd rekening met muziek
Niet iedereen kan hardere / luidere muziek verdragen.

Bied eventuele oproepen visueel en auditief aan
Denk aan braille of gesproken tekst. Met een QR code kunt de menukaart digitaal maken.

3. Toiletruimte

Zorg dat het toilet goed (zelfstandig) bereikbaar is
Bij voorkeur op begane grond of bereikbaar met een lift.

Maak er een multifunctionele ruimte van.
De ruimte kan dan bijvoorbeeld ook gebruikt worden om kinderen te verschonen (maar niet als opslagruimte).

Pas de deur aan
Zorg dat de deur zelfstandig kan worden geopend en dat deze breed genoeg is, minimaal 90 centimeter.

Pas de kraan aan.
Een hendel om de kraan te bedienen is makkelijker dan draaiknoppen.

4. Informatievoorziening

Borden en displays

  • Zorg voor voldoende kleurcontrast. Het contrast is het kleurverschil tussen de tekst en de achtergrond.
  • Kies de juiste lettergrootte.
  • Zorg dat de tekst makkelijk leesbaar is met een goede tekstopmaak.
  • Kan de informatie ook in geluid worden aangeboden? (Braille wordt steeds minder gebruikt door mensen met een gezichtsbeperking).

Menukaart

  • Zorg voor een digitaal alternatief, bijvoorbeeld met een QR-code die linkt met uw website. Dat maakt het makkelijker voor mensen om de lettergrootte aan te passen op hun mobiel en om het menu te laten voorlezen door een schermlezer-app.
  • Kies voor de juiste kleurcombinaties (veel kleurcontrast).
  • Zorg voor leesbaarheid met voldoende ruimte tussen de zinnen.
  • Zorg voor voldoende licht boven de bar of tafel.
  • Bied zelf aan om de kaart voor te lezen.

5. Betalen

Kies voor een mobiel pinapparaat
Dan kan de locatie van het pinapparaat worden aangepast aan de situatie.

Accepteer ook contant geld
Soms maakt een beperking het onmogelijk of ongewenst om te pinnen. Bied je gasten en klanten daarom ook altijd de mogelijk om met contant geld te betalen.

Maak een verlaagd deel bij de toonbank
Het is prettig als de toonbank uit 2 hoogten bestaat. Zo kunnen klanten zowel staand als zittend worden geholpen. Het verlaagde deel moet 70 centimeter hoog zijn.

Toegankelijkheid is ook (maar misschien wel vooral) een klantvriendelijke en open houding naar uw klanten. En dat is soms best lastig. Want wat heeft een blinde of slechtziende klant eigenlijk nodig? En hoe spreek u iemand met een verstandelijke beperking aan? 

Tip 1: Bij een beperking in het zien

  • Vraag of je kan helpen met het zoeken naar producten in de winkel.
  • Bied (vrijblijvend) een arm aan om met de klant door de winkel te lopen.
  • Beschrijf de omgeving goed en duidelijk.

Tip 2: Bij een lichamelijke beperking

  • Vraag of je kunt helpen en op welke manier.
  • De meeste klanten met een lichamelijke beperking willen zo zelfstandig mogelijk hun boodschappen doen. Help niet meer dan nodig en gewenst is.
  • Denk zo nodig creatief en overleg met uw klant.

Tip 3: Bij een verstandelijke beperking

  • Spreek de klant met een verstandelijke beperking aan en communiceer niet via de begeleider.
  • Neem de tijd. Wacht tot uw klant klaar is met praten.
  • Luister actief: vat samen, check of u het goed begrepen hebt en vraag door.
  • Gebruik eenvoudige taal, maar maak het niet kinderlijk.
  • Help zo nodig bij het nemen van beslissingen, maar laat de klant zelf beslissen.

Tip 4: Bij een beperking in het horen

  • Kijk de klant aan en spreek duidelijk.
  • Ondersteun zinnen zo mogelijk met gebaren.
  • Veel slechthorenden en doven hebben een aparte manier van spreken. Vraag gerust om herhaling als je de klant niet verstaat en/of begrijpt.
  • Schrijf zo nodig iets op om het te verduidelijken.

Tip 5: Assistentiehonden zijn wel welkom

Dankzij een assistentiehond kunnen mensen met een handicap of een chronische ziekte zelfstandig meedoen in de samenleving. Als u normaalgesproken honden niet toelaat, check altijd even of het gaat om een hulphond. Hulphonden zijn zeer goed opgevoed en blijven bij hun baasje.

Tips voor omgang met een assistentiehond

  1. Aai nooit een assistentiehond in tuig of met een rugdekje om. De hond is aan het werk en mag daarbij niet uit zijn concentratie worden gehaald. Praat ook niet tegen de hond en kijk de hond niet aan. Leid de hond niet af.
  2. Geef geen eten aan de hond.
  3. Blijf de klant of gast met assistentiehond langer in je bedrijf, vraag dan of je de hond een bak water mag aanbieden.