Vrijheid is als zuurstof

Categorieën

  • Samenleving

Burgemeester Gert-Jan Kats sprak op 4 mei tijdens Dodenherdenking. Hier lees je zijn toespraak.

"Vrijheid is als zuurstof," zei Edith Velmans-van Hessen, een Nederlandse overlevende van de Holocaust. “Je merkt pas hoe belangrijk het is wanneer het er niet meer is.”

Deze woorden, gesproken door iemand die weet hoe het is om vrijheid te verliezen, raken de kern van wat we vandaag herdenken. In 2025, nu 80 jaar na de bevrijding van Nederland, staan we stil bij de waarde van onze vrijheid. Een vrijheid die werd teruggewonnen dankzij de moed van velen – de geallieerde militairen en de Nederlandse verzetsstrijders die alles op het spel zetten voor een vrije toekomst. Gewone mensen zoals u en ik die buitengewone dingen deden voor vrijheid. Sommigen betaalden daarvoor een hoge prijs.

Vandaag herdenken we allen die hun leven gaven. De slachtoffers van de Holocaust. De militairen die vielen in de strijd. De mensen die stierven in Nederlands-Indië. Verzetsmensen. Mensen die onderduikers in huis hadden. Onschuldige slachtoffers. De burgers die omkwamen door oorlogsgeweld. Hun offers zijn niet vergeten. We mogen ze ook niet vergeten.

Want ook 80 jaar later zien we de littekens van de oorlog. In families die dierbaren hebben verloren. In verhalen die worden doorgegeven van grootouders aan kleinkinderen.

Verhalen zoals dat van de zussen Spies. Dank aan de organisatie van deze 4 mei-herdenking voor het opnieuw beschikbaar maken van een Veens oorlogsverhaal. Zojuist deelde Jos Beentjes het eerste gedeelte van dit verhaal. Ik neem u verder mee in de gebeurtenissen van eind april 1945.

Het gezin van zus Tiny hoort het oorlogsgeweld en besluit om met z’n allen naar de schuilkelder onder de winkel van Bolderman te vluchten. Ze zijn nog maar net buiten of heel vlakbij ontploft er een granaat. In paniek holt de man van Tiny met zijn dochtertje op de arm naar de schuilkelder. Zijn vrouw Tiny wordt op dat moment door de granaatscherven dodelijk getroffen. Haar zus Grada en haar verloofde worden door de enorme luchtdruk het huis weer ingeblazen. Hierbij raakt Grada ernstig gewond. Haar arm wordt afgerukt en een granaatscherf doordringt haar rug.

Al snel brengen medewerkers van de Witte Brigade haar en haar verloofde naar het noodziekenhuis in de Julianastraat. Ondanks dat Grada ernstig gewond is bedankt ze de ziekenbroeders en zegt: “Julie zijn allen zo lief voor mij geweest!” Dat een stervende dit tegen hen zegt doet hen zoveel dat ze hun emoties niet meer onder controle hebben. Ze vraagt hen ook om haar ouders te willen waarschuwen omdat ze voelt dat ze gaat sterven. De ziekenbroeders keren daarna terug naar de Gortstraat en vinden buiten ook het ernstig verminkte lichaam van haar 26-jarige zus Tiny. Tussen de granaatbeschietingen door begraven ze Tiny in de tuin achter haar woning.

Dit verhaal bepaalt ons sterk bij de gebeurtenissen tegen het eind van de oorlogsjaren. Het raakt me ieder jaar opnieuw als we op deze plek herdenken en horen van Veense slachtoffers. Dit waren mensen zoals u, jij en ik. Zometeen na de 2 minuten stilte horen we de afloop van dit verhaal.

Eerder dit jaar in januari was Karel Beesemer hier, een overlevende van de Holocaust. Hij zat in de laatste maanden van de oorlog ondergedoken in Veenendaal en hij maakte hier de bevrijding mee. Hij sprak tijdens de Holocaustherdenking indringend over zijn herinneringen. Hij deed ook een àppel: de tijd tussen de Tweede Wereldoorlog en nu wordt steeds langer. Inmiddels leven we tachtig jaar in vrijheid. Daarin schuilt het gevaar dat we vergeten. Dat we niet meer beseffen dat dit nooit meer mag gebeuren. De generatie die de oorlog heeft meegemaakt wordt steeds kleiner.

Ik wil het nog sterker neerzetten: u, jij en ik zijn nu al de laatste generatie die de oorlogsverhalen nog heeft gehoord van mensen die de oorlog hebben meegemaakt. Dat geeft ons een verantwoordelijkheid om deze verhalen levend te houden en om steeds opnieuw te herdenken.

Daarbij is herdenken meer dan terugkijken. Het is ook vooruitkijken en ons afvragen: wat doen wij met de vrijheid die voor ons bevochten is?

Onze wereld staat voor grote uitdagingen. We zien nog dagelijks plekken waar mensen lijden onder oorlog en onderdrukking. En ook dichter bij huis zien we in onze eigen samenleving dat verdraagzaamheid en respect voor elkaar niet vanzelfsprekend zijn. Dat meningen soms harder tegenover elkaar komen te staan. Dat het gesprek moeilijker wordt.

De les die het verleden ons leert is dat vrijheid vraagt om verantwoordelijkheid. Om waakzaamheid. Om betrokkenheid bij elkaar.

Ik vraag u daarom vandaag: wat betekent vrijheid voor u? En belangrijker nog: wat doet u met uw vrijheid? Misschien is dat het luisteren naar het verhaal van iemand die anders denkt dan u. Misschien is het opkomen voor iemand die onrecht wordt aangedaan. Misschien is het doorgeven van verhalen, zodat we blijvend weten waarom vrijheid zo kostbaar is.

Vrijheid vraagt om dagelijks onderhoud. Laten we daarom de woorden waarmee ik opende van Edith Velmans ter harte nemen. Laten we de zuurstof van onze vrijheid niet als vanzelfsprekend beschouwen. Laten we er zorgvuldig mee omgaan. Laten we onze vrijheid delen met elkaar.

Want alleen door te blijven bouwen aan een samenleving waarin iedereen gezien en gehoord wordt, waarin we elkaar de ruimte geven, waarin we op zoek gaan naar wat ons verbindt in plaats van wat ons verdeelt, kunnen we oprecht blijven zeggen: dit nooit weer.

Vrijheid deel je met elkaar. Vandaag, morgen en alle dagen die volgen.

Succesvol:

Wil je elke twee weken automatisch het laatste nieuws in je mailbox? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.