Over het Franse Gat

Ontwerp van de wijk

Al in 1923 werd de eerste planmatige opzet voor het Franse Gat getekend in een uitbreidingsplan van de gemeente. Door de snelle ontwikkeling van de textielindustrie en sigarenindustrie groeide het inwonersaantal van Veenendaal gestaag. Na de Tweede Wereldoorlog was Veenendaal een gemeente met stedelijke potentie maar met een gehavende dorpse woningvoorraad. De gemeente wilde snel onbewoonbaar verklaarde woningen slopen en nieuw bouwen voor de snel groeiende bevolking. In juni 1948 werd het uitbreidingsplan van Veenendaal-Zuid vastgesteld. Het ontwerp kwam van Sam van Embden en volgde het principe van de tuinstad. Begin jaren 50 werd er begonnen met de bouw van het Franse Gat.

Stedenbouwkundige opzet

De stedenbouwkundige opzet van het Franse Gat kent een noord-zuid gerichte verkavelingstructuur, vrijwel identiek aan de vroegere percelen. De langgerekte straten bestaan uit stroken eengezinswoningen, twee lagen met kap. De achtertuinen zijn tot zo’n 30 meter diep, deze waren dan ook bedoeld als moestuin. Aan de rand van de buurt staan portiekwoningen met 3 en 4 bouwlagen, voornamelijk aan de Westersingel en de Thorbeckesingel. Deze flats waren bedoeld als afronding van de buurt, maar ook van de plaats Veenendaal.

Waar komt de naam Franse Gat vandaan?

Op een kaart in een atlas uit 1832 worden vier percelen aangeduid als "Het Fransche Gat". Deze percelen waren eigendom van een plaatselijke olijslager en lagen ter hoogte van de huidige Jan Steenlaan. Hoe de naamsaanduiding "Het Fransche Gat" is ontstaan is niet duidelijk, er zijn twee theorieën over de oorsprong van de naam:

  • De lage ligging van het gebied ten opzichte van overige delen van Veenendaal. Oorzaak hiervan is de vroegere vervening. Het gebied zou naar de eigenaar het 'Gat van Fransch' genoemd zijn.
  • Een andere verklaring gaat terug naar de 18e eeuw, een Franse legerafdeling zou hier voor korte of langere tijd gelegerd zijn geweest.

Naar wie zijn de straatnamen vernoemd?

  • In het noordelijk deel zijn straten naar een aantal Nederlandse kunstschilders uit de 17e eeuw vernoemd zoals Frans Hals, Rembrandt, Jan Steen en Johannes Vermeer.
  • In het middendeel worden oprichters van het Werkliedenverbond Patrimonium geëerd; Klaas Kater, W.C. Beeremans, Bart Poesiat en Willem Hovy.
  • In het zuidelijke deel zijn straten naar ministers uit het begin van de 20ste eeuw vernoemd; Mr. Heemskerk, Dr. Colijn, Mr. Dr. Schokking en Dr. De Visser.